Sorry, you need to enable JavaScript to visit this website.
Sort by
Sort by

Wat doet Nestlé om de aankoop van palmolie te verbeteren ?

Bijgewerkt in januari 2024


Wat doet Nestlé om een duurzame toelevering van palmolie te garanderen? 

Voor Nestlé is het essentieel dat de teelt van oliepalmen niet ten koste gaat van natuurgebieden die beschermd moeten worden. Daarom zorgen wij ervoor dat de productie van onze producten niet leidt tot de vernietiging van tropische bossen en venen en dat de sociale normen van de cultuur evenals de rechten van de inheemse bevolking worden gerespecteerd.  

Wij werken er hard aan om het aandeel duurzame palmolie in onze aankopen te vergroten en om ervoor te zorgen dat onze leveranciers voldoen aan onze norm voor verantwoord inkopen (Responsible Sourcing Standard (pdf, 2Mb).) Al onze leveranciers moeten de lokale wet- en regelgeving naleven in het kader van deze norm. Ze mogen geen palmolie verbouwen of betrekken uit na 31 december 2015 ontboste gebieden. Ze moeten de vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming van de lokale en inheemse gemeenschappen respecteren, en koolstofrijke bossen en venen beschermen. 

De RSPO-certificering (Roundtable for Sustainable Palm Oil, rondetafel voor duurzame palmolie) is ook een van de middelen die wij gebruiken om duurzame palmolie te betrekken. De principes en criteria van de RSPO maken ook deel uit van Nestlé’s norm voor verantwoord inkopen. 

Eind 2022 was 71% van de palmolie duurzaam geproduceerd (RSPO-gecertificeerd).  

Wij beoordelen en behandelen ook de risico's met betrekking tot de arbeidsrechten in onze toeleveringsketen en pakken deze aan door middel van ons actieplan ( palm oil labor action plan (pdf, 370Kb) ). Als onderdeel van dit plan heeft Nestlé een kader ontwikkeld dat zal helpen om het engagement van leveranciers te prioriteren en maatregelen te nemen op basis van het risicoprofiel van leveranciers en hun vermogen om kwesties met betrekking tot de arbeidsrechten aan te pakken. 

Welke maatregelen heeft Nestlé genomen om een einde te maken aan de ontbossing in zijn toeleveringsketen voor palmolie? 

Wij doen er alles aan om onze toeleveringsketen voor palmolie vrij van ontbossing te maken. 

In samenwerking met onze leveranciers verbeteren wij de traceerbaarheidsnormen, zodat wij precies weten waar onze palmolie vandaan komt. Eind 2022 was 95,6% van de palmolie die wij kopen beoordeeld als vrij van ontbossing. 

In 2022 zijn wij begonnen met het planten van de eerste bomen in Australië, waarvan het aantal 10 miljoen zal bereiken tegen 2025. Wij hebben nieuwe projecten gelanceerd in China, Ghana en Thailand, waardoor wij tegen dan 12,4 miljoen bomen zullen planten. 

Deze projecten maken deel uit van ons Global Reforestation Program (GRP), waarmee wij ons ertoe hebben verbonden om 200 miljoen bomen te planten en te laten groeien in onze toeleveringsketen tegen 2030. 

Om ervoor te zorgen dat onze producten geen palmolie bevatten die afkomstig is van ontbossing, werken wij samen met Earthworm Foundation, een ngo die bedrijven begeleidt bij het verantwoord beheren van hun toeleveringsketen in de palmolie-, papierpulp- en houtsector.  

Deze samenwerking heeft ons geholpen om duidelijke en strenge richtlijnen te definiëren voor onze toelevering van palmolie en om een programma voor technische ondersteuning voor kleine boeren op te zetten in Maleisië, Indonesië, Ghana en Ivoorkust sinds 2015.  

In september 2018 waren wij het eerste wereldwijde voedingsbedrijf dat Starling implementeerde, een dienst gebaseerd op satellieten ontwikkeld door Airbus en Earthworm Foundation, om onze wereldwijde toeleveringsketen voor palmolie te monitoren en te controleren daar waar ontbossing zou kunnen plaatsvinden in risicolanden. 

Sinds 2021 is bijna 68% van onze palmolie traceerbaar tot aan de plantage waar het vandaan komt, en meer dan 96% is traceerbaar tot aan de oorspronkelijke oliemolen. 

Waarom en waarvoor wordt palmolie gebruikt in de voedingsindustrie? 

Wij gebruiken geraffineerde palmolie voor een aantal van onze voedingsmiddelen en dranken omdat het geschikt is voor veel recepten. Voor de teelt van palmolie is veel minder landbouwgrond vereist dan voor andere veelgebruikte plantaardige alternatieven, en het gebruik ervan stelt ons in staat dierlijke vetten te vermijden. 

Waar haalt Nestlé zijn palmolie vandaan? 

Om de uitdagingen van onze toeleveringsketen voor palmolie aan te gaan, moeten wij eerst weten waar palmolie vandaan komt en hoe het wordt geproduceerd. Oliepalmen hebben een tropisch klimaat nodig om te groeien en goed te gedijen. In 2021 hebben wij ongeveer 423.000 ton palmolie ingekocht bij verwerkers die zich bevoorraden in Maleisië, Indonesië, Latijns-Amerika en West-Afrika. 

Waarom stapt de industrie niet helemaal af van palmolie? 

De afgelopen jaren heeft Nestlé palmolie in bepaalde producten vervangen door andere plantaardige vetten, zoals zonnebloemolie. Palmolie is echter niet gemakkelijk te vervangen in al zijn toepassingen vanwege zijn vele voedingskwaliteiten (en zijn goede verwerkingseigenschappen). 

Vanuit ecologisch oogpunt is het ook niet noodzakelijkerwijs relevant om palmolie volledig te vervangen:  oliepalmen leven tot 30 jaar en de vruchten kunnen het hele jaar door worden geoogst. Bovendien hebben ze een hoge opbrengst per oppervlakte-eenheid in vergelijking met andere plantaardige vetten. Voor dezelfde hoeveelheid zonnebloemolie is bijvoorbeeld vier keer meer oppervlakte nodig.  

Tot slot zou het afschaffen van palmolie op menselijk vlak gevolgen kunnen hebben voor het levensonderhoud van de plattelandsgemeenschappen die afhankelijk zijn van de oogst ervan, zeker als je bedenkt dat kleinschalige landbouwers instaan voor 40% van de wereldproductie van palmolie. 

Is palmolie gevaarlijk voor de gezondheid? 

Telkens als wij geraffineerde palmolie als ingrediënt gebruiken, leven wij overal waar wij actief zijn zorgvuldig de regelgeving en de wetten op het gebied van voedselveiligheid na, en gaan wij zelfs verder dan dat. Over de kwaliteit en veiligheid van onze producten valt niet te onderhandelen. 

Palmolie bevat 50% verzadigde vetzuren, beter bekend als slechte vetten. Dat is te vergelijken met kokosvet, dat 92% verzadigde vetzuren bevat, of boter, dat een gehalte van 66% bevat. 

Palmolie bestaat echter ook voor de helft uit onverzadigde vetzuren, wat goede vetten zijn die noodzakelijk zijn voor de werking van het metabolisme. Het heeft dus zijn plaats in een afwisselende en evenwichtige voeding, en moet net als andere oliën en vetten met mate worden geconsumeerd. 

Sinds de invoering in 2009 van zijn beleid voor vetzuren (a corporate policy (pdf, 1.5Mb))  heeft Nestlé de vetzuren in een groot aantal producten aanzienlijk verminderd. Ons doel is om verzadigd vet met 10% te verminderen in de producten die niet voldoen aan strenge voedingsnormen, ter ondersteuning van de aanbeveling van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) dat slechts 10% van de calorieën afkomstig zou mogen zijn van verzadigd vet. 

Wij reageren op de bezorgdheid over MCPD-esters in de geraffineerde palmolie en andere geraffineerde plantaardige olie die in onze producten worden gebruikt door onze leveranciers te steunen in hun inspanningen om ervoor te zorgen dat de niveaus zo laag mogelijk zijn. 

Meer informatie is beschikbaar op de website van het hoofdkantoor van Nestlé in Zwitserland via de onderstaande links (informatie in het Engels):